Mark LitjensCulinair expert en kok Alain Caron verruilde Frankrijk drie decennia geleden voor Nederland. Zijn grote liefde achterna, gelukkig zonder zijn andere grote liefde achter te laten. Met de eerste heeft hij een hecht gezin, met de tweede probeert hij Nederland culinair op te krikken. Hommeage sprak met hem.
Rondje
Als gourmand in hart en nieren leerde hij in Frankrijk koken. Op niveau. Alain Caron kent grote namen, zoals Alain Ducasse en misschien wel de beroemdste van allemaal, de helaas begin dit jaar overleden Paul Bocuse. Zij inspireren hem met hun manier van werken en hun recepten – die hij bij hoge uitzondering mocht inzien voor zijn boek Tour d’Alain, vol recepten en verhalen over zijn ‘rondje’ bekende chefs.
Koffie
Iemand die zo passievol is over eten – en drinken vanzelfsprekend – en toch naar Nederland komt, moet wel heel erg verliefd zijn: van foie gras naar leverworst, van chateaubriand in roomboter, begeleid met een heerlijke Margaux, naar varkenslapje in halvarine én een glaasje water. “Ik zie mijzelf daarom als ontwikkelingswerker in de gastronomie”, zo begint Caron, met zijn heerlijk Frans-Nederlandse accent. “Toen ik hier kwam, was er weinig wat mij kon plezieren. Gepasteuriseerde camembert, olie zonder smaak, geen delicatessewinkels. Alleen koffie. Die is altijd al veel beter geweest dan in Frankrijk”.
Ambassadeur
De bon vivant houdt van mooie dingen in het leven en is daarom gevraagd als ambassadeur voor DS Automobiles. “De DS heeft op mij als kind enorme indruk gemaakt. Wat een prachtige machine. Ook maakte mijn moeder voor onderweg heerlijk ficelles – de dunnere variant van een baguette, red. – met gruyère en tomaat. Misschien heb ik daar mijn liefde voor eten wel van”, zegt Caron, die behalve kok en culinair schrijver/recensent ook bekend is van tv-programma’s zoals Masterchef en BinnensteBuiten, het bijna dagelijkse programma op NPO 2 waarin hij ons meeneemt op ‘voedselontdekkingstocht’ en daarmee zijn culinaire zendingswerk daadwerkelijk verricht.
Ontwikkeling
In de loop der jaren heeft Nederland een flinke positieve ontwikkeling doorgemaakt op gastronomisch gebied, vindt Caron. “Zelfs in Amsterdam moet ik nog steeds zoeken naar delicatessenwinkels, maar ze zijn er wel. En de winkels die er zijn, zijn goed. Ook heb je echte Franse bakkers, die baguette en ficelle net zoals in Frankrijk maken en in restaurants staat het eten tegenwoordig vaak op hoog niveau. Er zijn zelfs Franse koks die graag naar Nederland komen omdat we zo hard aan het werk zijn om lekker eten op tafel te krijgen.”
Zuinig
In Café Caron en het net nieuwe Petit Caron, beiden in Amsterdam, laat hij samen met zijn zoons David en Tom zien dat op topniveau koken niet duur hoeft te zijn. Iets dat in ons land wel aanslaat. “Nederland is een rijk land. Alles kan, alles is mogelijk. Toch geeft de Nederlander niet veel geld uit aan eten. Dat dit niet per se hoeft, wil ik bewijzen in mijn restaurants. Goede ingrediënten en mooie eenvoudige gerechten met de Franse keuken als basis.”
Absolute top
Toch zegt Caron ook dat een keer goed geld uitgeven aan een diner of lunch iets heel moois oplevert: “Je moet niet kijken naar de hoeveelheid eten op je bord, maar je overgeven aan de ervaring die er bij hoort. Van amuse tot friandise. Ik heb gegeten bij de absolute toppers in Frankrijk, maar het avondje bij Jonnie Boer in De Librije zal ik nooit meer vergeten. Die man kan echt koken. Die ervaring, die moet je minimaal een keer hebben in je leven beleven en dat mag best geld kosten. Een boodschap die ik graag aan Nederland wil meegeven.”
Mannen
Tja. En dan de Nederlandse man. Kan die een beetje koken? “Jazeker. Als ze maar relaxed zijn en zich goed voorbereiden. Zin hebben om te koken en ontspannen zijn, is het allerbelangrijkste. En niet koken om indruk te maken, dan gaat het echt helemaal mis. De mannelijke prestatiedrang moet achterwege blijven, een beetje kennis is fijn en een goed kookboek hoort er bij. Dan lukt het zeker”, zegt Caron tot besluit. Zo’n goed boek zou bijvoorbeeld kunnen zijn ‘Mijn Franse keuken’ van Alain Caron of het al eerder genoemde Tour d’Alain. Of natuurlijk een van zijn andere 11 boeken.
Alle foto’s: DS Automobiles / Louis Blom.