Bij verreweg de meeste schaatsonderdelen tot nu toe op de Olympische Spelen, zeker de afstanden, stond er minimaal één Nederlander op het podium. Of iemand die ooit in ons land heeft gewoond en geschaatst. Of een Nederlandse coach heeft.
Oranje stroom
Op en rond de Gangneung Oval en de nabij gelegen Gangneung Ice Arena worden op dit moment de schaatswedstrijden verreden, respectievelijk voor Nederland de afstanden en het shorttrack. En vanuit beide hallen zijn er heel wat in oranje gehulde sporters naar het Medals Plaza van de winterspelen in Pyeongchang gestroomd. De allereerste wedstrijd zelfs een voor oranje: drie Nederlandse vrouwen eisten alle medailles op voor de drie kilometer. Toe maar.
Schaatsbanen
Dat Nederland zo goed scoort op ijs en echte winterlanden het nakijken geeft, is volgens de kenners vooral het gevolg van het immer bloeiende Nederlandse verenigingsleven en de grote hoeveelheid schaatsbanen in ons land. Volgens de schaatsbond zijn dit er momenteel 24, verspreid over heel Nederland. Wie dus wil schaatsen, hoeft nooit ver weg en dat is in veel andere landen wel ff anders.
Gezelligheid
Bovendien houden we wel van een clubje en een wedstrijdje, zeker als we daarna nog even gezellig kunnen napraten. Dus schaatsverenigingen hebben, net zoals zoveel andere sportverenigingen, zeker niet te klagen over ledenaantallen. En na zo’n succesvolle Olympische Spelen zullen de nieuwe leden zich weer melden en wie weet zit daar een nieuwe Sven Kramer of Irene Wüst tussen.
Uit het niets
Net zoals we dit jaar werden verrast door ene Esmee Visser die goud pakte op de vijf kilometer, maar zich eerder eigenlijk nooit in de kijker had gereden. Ze wist niet eens wanneer de Spelen zouden zijn, totdat ze zich plaatste op het Olympisch Kwalificatie Toernooi. Een sprookje dat duidelijk maakt dat alles mogelijk is en je geen die-hard professional hoeft te zijn om uiteindelijk op een Olympisch podium te staan. Zoiets trekt nieuwe schaatsers aan. Waardoor we de volgende keer er weer goed op staan.